Het Marsepeintje wil een plek zijn waar een huiselijke sfeer heerst. Binnen opvoeden zijn veiligheid en vertrouwen voor ons essentiële aspecten. Creativiteit staat binnen ons dagverblijf hoog in het vaandel, wij bieden de kinderen allerhande creatieve activiteiten aan. Een kind is een krachtig sociaal wezen, rijk aan capaciteiten en creatieve vermogens en met een sterke wil tot ontdekken. Kinderen zoeken naar betekenis, verbanden en de zin der dingen. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen over experimentele ruimte beschikken. Zij kunnen en zullen op die manier zodoende sociale en expressieve vaardigheden ’oefenen’ en zich ontwikkelen. Wij zoeken constant naar de balans tussen het stimuleren en ondersteunen van het experimenteren aan de ene kant en het begrenzen ervan aan de andere kant.
Er is een aantal pedagogen/psychologen wiens visie Het Marsepeintje aanhangt en die van groot belang zijn in het dagelijks handelen. Justine Mol is een grote inspiratiebron voor Het Marsepeintje. Geweldloos communiceren is een vorm van communiceren zonder geweld in de zin van veroordelen, vergelijken of overtuigen en met openheid en aandacht voor wat er in de mensen leeft. De medewerkers communiceren zo met elkaar en met de kinderen. Justine Mol‘s boek "Opgroeien in vertrouwen" heeft als uitgangspunt dat straffen en belonen gelijk aan elkaar staan, het zijn beide vormen van manipulatie. Op Het Marsepeintje willen wij dat kinderen een gedragsstrategie kiezen vanuit hun eigen innerlijke motivatie en niet vanuit afhankelijkheid van straf of beloning.
Het Marsepeintje wil de elementen van de visie van Reggio Emilia toepassen in het kinderdagverblijf. Deze gedachte gaat ervan uit dat
Alle mensen in aanleg geboren worden als kleine onderzoekers, die nieuwsgierig en onbevangen de alledaagse werkelijkheid willen leren kennen. Door kinderen de ruimte te geven, en het vertrouwen om hun eigen mogelijkheden te ontwikkelen, ontstaat er een wereld van verbeelding, logica en creativiteit.
Aan ons de taak om ons te verdiepen in de kinderen en te luisteren naar wat zij ons te vertellen hebben.
Het kind bestaat uit honderd
Het kind heeft
honderd talen
honderd handen
honderd gedachten
honderd manieren van denken,
van spelen, van spreken.
Honderd, altijd weer honderd
manieren van luisteren
verwonderen en liefhebben
honderd vreugden
om te zingen en te begrijpen
honderd werelden
om te ontdekken
honderd werelden
om uit te vinden
honderd werelden
om te dromen.
Het kind heeft
honderd talen
(en honderd honderd honderd meer)
Maar ze pakken er negenennegentig af.
De school en de samenleving
scheiden het hoofd van het lichaam.
Zij zeggen tegen het kind:
dat hij zonder handen moet denken
zonder hoofd moet handelen
moet luisteren en niet praten
moet begrijpen zonder vreugde
alleen met Pasen en Kerstmis
mag liefhebben en verwonderen.
Ze zeggen tegen het kind:
ontdek de wereld die er al is
en van de honderd
pakken ze er negenennegentig af.
Ze zeggen tegen het kind
dat werk en spel
realiteit en fantasie
wetenschap en verbeelding
hemel en aarde
verstand en droom
dingen zijn
die niet bij elkaar horen.
En dus vertellen ze het kind
dat de honderd er niet is.
Het kind zegt:
Zeker: de honderd is er wél.
Loris Malaguzzi - pedagoog van Reggio Emilia
Een ander uitgangspunt waar wij het pedagogisch beleid op willen baseren is dat van Maria Montessori. De kern van haar methode wordt meestal samengevat in de uitspraak “help mij het zelf te doen”. De kinderen op het Marsepeintje krijgen van ons de gelegenheid om in elke ontwikkelingsfase zoveel mogelijk zelf te doen/mee te doen tijdens de verzorgingsmomenten en tijdens activiteiten. Wij ruimen samen met de kinderen op, zodat ze weten waar ze welk speelgoed kunnen vinden wanneer ze er mee willen spelen.
De visie van pedagoge Emmi Pikler is ook een grote pijler. Vrij bewegen is voor kinderen van essentieel belang. Het kind ontwikkelt hierdoor zelfvertrouwen en zelfbewustzijn, de basis van zijn persoonlijkheid. Tijdens de verzorgingsmomenten is er veel interactie tussen ons en de kinderen, waardoor zij zich gekend en geliefd weten en vervolgens vol vertrouwen de groepsruimte durven te verkennen. Ook hier krijgen de kinderen veel ruimte om te ontdekken en te experimenteren.
Als laatste is er de visie van de ontwikkelingspsychologe Solter die binnen Het Marsepeintje wordt aangehangen. Solter gaat ervan uit dat baby’s zelf het beste weten wat zij nodig hebben. Wij vangen de signalen van de baby’s op en interpreteren die. Binnen Solters uitgangspunten is het niet goed om baby’s die huilen al te snel af te leiden en te sussen. Door middel van huilen kunnen baby’s frustraties en pijnlijke ervaringen verwerken. Uiteraard worden baby’s die huilen wél liefdevol vastgehouden. Zo krijgen zij de ervaring dat hun verdriet er mag zijn en wij er zijn om hen te steunen en te respecteren. Voor de oudere kinderen gaat Solter er vanuit dat ongewenst gedrag als volgt bekeken moet worden: Wat doet het ongewenste gedrag met jou als opvoeder? Waardoor gedraagt een kind zich zo? Daar zijn drie redenen voor, te weten het zoeken naar bevrediging van een legitieme behoefte, gebrek aan voldoende informatie en als laatste reden stress. Solter gelooft in oplossingen zoeken zonder straf of beloning. Extra aandacht geven, verbaal en non-verbaal voordoen wat wenselijk is, en een veilige en voorzienbare omgeving scheppen werken altijd beter dan het straffen en/of uitsluiten van een kind.
Het pedagogisch beleid van het Marsepeintje kunt u hier downloaden.
Dit dagschema is een houvast. Soms kiezen wij ervoor om hier van af te wijken. Dit leggen wij altijd uit aan de kinderen en dit is altijd in het belang van de kinderen (bijvoorbeeld: “Jullie zijn nog zo lekker aan het spelen, we gaan iets later opruimen en de tafel dekken”) Er werken op beide groepen in totaal vier medewerkers, van 08.00 tot 17.30 en van 08.30 tot 18.00. De stagiaires op beide groepen zijn er van 9.00 tot 18.00 of 8.00 tot 17.00.
8:00 - 9:30 | Kinderen worden gebracht, ouders en medewerkers houden overdracht onder het genot van een kop koffie of thee |
9:30 - 9:45 | Afscheid nemen, kinderen en medewerkers ruimen gezamenlijk de groep op |
9:45 - 10:15 | Fruit eten, water of thee drinken, zingen (met de liedjesmand) en praten |
10:15 - 10:30 | Verschonen en plassen, de kleinsten gaan naar bed |
10:30 - 11:30 | Vrij spelen, naar buiten, of een activiteit doen |
11:30 - 11:40 | Gezamenlijk opruimen en tafel dekken |
11:40 - 12:30 | De kleinsten komen uit bed, lunch met de hele groep |
12:30 - 12:40 | Gezichten wassen en afruimen |
12:40 - 13:00 | Uitkleden en tanden poetsen |
13:00 | Boek lezen en naar bed |
13:00 - 15:00 | Vrij spel of activiteit met de kleinsten. De medewerkers hebben om de beurt met overlap een uur pauze. |
15:00 - 15:45 | Grotere kinderen komen uit bed, rustig aankleden en spelen. De kleinsten gaan weer naar bed |
15:45 - 16:00 | Aan tafel thee drinken en een cracker o.i.d. eten |
16:00 - 17:45 | Vrij spel, buiten spelen of een activiteit, ouders halen hun kind op en krijgen een uitgebreide overdracht |
17:45 - 18:00 | Gezamenlijk opruimen en alles klaarzetten voor de schoonmaker |
De allerkleinsten hebben natuurlijk hun eigen ritme, dat wij volgen.
Babyvoeding brengen de ouders zelf mee, in poedervorm of ingevroren (bij borstvoeding) Het is mogelijk om zelf borstvoeding te geven op de groep. Wij bieden de kinderen water, thee en (haver)melk aan. Al ons fruit is biologisch. Wij bereiden het aan tafel waar de kinderen bij zijn en variëren zoveel mogelijk. De kinderen worden vanaf heel jong gestimuleerd om zelf te eten en uit een gewone beker te drinken. De Lunch is een belangrijk moment. Een moment met vele leermomenten en bovenal plezier. Tijdens de lunch praten wij met de kinderen, en de kinderen met elkaar. Bijna alle kinderen zijn dan wakker, we lunchen aan een grote tafel als een groot gezin. Wij bereiden op de groep een warme lunch van biologische producten. De kinderen mogen hierbij helpen. Afwisselend bieden wij de kinderen van beide groepen als lunch aan:
Of een broodmaaltijd met diverse soorten beleg.
Wij bieden geen vlees aan en zo veel mogelijk biologische producten. Wij zijn op het marsepeintje terughoudend met suikers.
Er wordt water, thee, melk en havermelk aangeboden.
Rond half vier geven wij de kinderen rauwkost, crackers en eten we op wat evt is overgebleven van de lunch. Daarbij drinken we (lauwe) thee of water.
Het volkorenbrood wordt elke dag vers gehaald bij bakker Hartog. Wij stimuleren kinderen om zelf het broodbeleg te kiezen. Zij mogen als ze dat willen zelf hun brood smeren. Naast pindakaas bieden wij ook humus, paprikaspread, en rauwkost aan. Alles biologisch en met zoveel mogelijk variatie. Drie dagen per week bereiden wij samen met de kinderen een warme maaltijd. Havermoutpap met vruchten, volkoren pasta met zelfgemaakte groentesaus, groentesoep of linzensoep met brood.
Inleiding
Wat wordt bedoeld met vier ogen principe De definitie zoals opgenomen in de wetgeving:
De houder van een kindercentrum organiseert de dagopvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Dit betekent dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren op het kinderdagverblijf. Dat betekent dat met vier ogen, ook vier oren kunnen worden bedoeld.
Spelend leer je, vormt de kernwaarde van het Marsepeintje. Kinderen worden in een veilige omgeving uitgedaagd om te onderzoeken en te ontwikkelen. Als onderdeel van een veilige omgeving van kinderen hebben wij het vier ogen beleid gemaakt. Onder de voorwaarde dat wij er tegelijkertijd voor willen zorgen dat kinderen voldoende ervaringen kunnen opdoen, uitgedaagd worden om te groeien, zonder dat zij daarin belemmerd worden door te knellende regels. Ook voor pedagogisch medewerkers geldt dat wij willen dat zij zich in een veilige omgeving uitgedaagd voelen om te groeien. Veilig betekent hier bijvoorbeeld dat er een open cultuur heerst waarin medewerkers elkaar aanspreken. Dat pedagogisch medewerkers weten dat hun collega meekijkt en/of luistert, juist om het voor de medewerkers veiliger te maken om hun werk te kunnen doen.
Uitwerking:
Aan het begin en einde van de dag en tijdens pauzes:
Ten aanzien van transparantie:
Ten aanzien van een open aanspreekcultuur:
Ten aanzien van signaleren:
Onze wenperiode is een belangrijke periode. De wenperiode begint bij aanvang van de plaatsingsovereenkomst. Om een kind (en zijn ouders) goed ‘thuis’ te laten komen, bouwen we de tijd dat je kind bij ons komt heel rustig op. Niet alleen je kind went, ook als ouders leer je ons en onze werkwijze kennen in deze periode. Wij vinden het belangrijk dat we relevante informatie van jullie krijgen. Zo kunnen we het best voor je kind zorgen. Ons wenbeleid is een leidraad.
Als jullie kind voor het eerst op een kinderdagverblijf komt dan is alles nieuw voor hem/haar. De leidsters, de kinderen, de geluiden, de geur, de gewoontes, die allemaal anders zijn dan thuis. Hij/zij moet alles en iedereen leren kennen. Ook wij, de leidsters, moeten jou en je kind leren kennen. Wij zijn van mening dat als we je kind goed willen laten wennen, we daar ongeveer 2 weken voor moeten uittrekken. Bij de een zal het sneller gaan dan bij de ander. De leeftijd speelt daarin een rol, is je kind andere kinderen gewend, heeft je kind al te maken gehad met afscheid nemen van de ouders en hebben ze er vertrouwen in dat ze in de loop van de dag weer worden opgehaald door een vertrouwd persoon, hetzij de ouders, hetzij bijv opa en oma? Tijdens het intake gesprek waar we o.a. informatie vragen over de gewoontes van je kind zullen we deze wenperiode bespreken. Wennen begint op de eerste dag van de overeenkomst, evenals de betaling van de ouderbijdrage. Hieronder volgen de richtlijnen van de wenperiode die wij hanteren.
Dit is een richtlijn en hier kan natuurlijk altijd van afgeweken worden. Sneller of langzamer. Het hangt alles af van de reacties van je kind. Wat kan je kind aan? Wij zullen dat beoordelen, maar jullie ouders weten precies hoe je kind is en hoe daar het best mee om te gaan. Heel belangrijk vinden we dat er daadwerkelijk afscheid genomen wordt, hoe moeilijk dat voor beide partijen soms ook zal zijn. Je kind mag verdrietig zijn op het moment dat je weggaat. Wij zijn er dan voor je kind om dit proces zo goed mogelijk te begeleiden. Het is natuurlijk de bedoeling dat je kind zich bij ons ook veilig en vertrouwd gaat voelen. Als je zelf niet in de gelegenheid bent om te wennen met je kind kan ook een ander vertrouwd persoon voor je kind komen wennen. En tijdens het wennen kun je natuurlijk altijd even bellen om te vragen hoe het gaat. Op deze manier hopen we dat de wenperiode goed verloopt en dat jullie en jullie kind een fantastische tijd zullen krijgen hier op Het Marsepeintje.
Wij hanteren een ruimer ziektebeleid dan de meeste kdvs. De medewerkers, in overleg met een leidinggevende, beoordelen of een kind opgehaald moet worden. Hierbij worden de belangen van het kind, de groep en de ouders zorgvuldig afgewogen. Wij geven geen zetpillen of andere koortsremmers. Als je je kind ‘s morgens een paracetamol oid hebt toegediend, willen wij dat weten. We geven wel neusspray en antibiotica, voorzien van naam en tijd van toedienen. Homeopathische druppeltjes kunnen we geven maar niet als dat elk uur moet. Zie onze RI&E gezondheid voor meer informatie. De RI&E staat ter inzage op de groep. Koorts is voor ons geen graadmeter. Bij koorts bellen wij wel altijd even de ouders om het te melden. We zeggen dat we over een paar uur weer de temperatuur opnemen en ze op de hoogte zullen houden. Heeft een kind koorts maar is het verder ok, dan blijft het hier bij. Soms is lekker op schoot/onder een dekentje op de bank, goed ingepakt in de wandelwagen een wandelingetje voldoende. Liedjes zingen of muziek luisteren kan ook helpen. Is een kind niet te troosten, wil het niet drinken/slapen, hebben wij al het bovenstaande gedaan en blijft het kind ongelukkig? Dan bellen wij de ouders om te vertellen dat het kind opgehaald moet worden. Als wij weten dat ouders bijvoorbeeld een deadline hebben, proberen wij daar rekening mee te houden. Is het kind al vaak ziek geweest en hebben ouders daardoor problemen op het werk? Wij nemen het mee in het beoordelen van de situatie. Andersom, als een kind steeds maar ziek blijft en steeds weer gebracht wordt, dan gaan wij het gesprek met de ouders aan om te adviseren om het kind thuis eens goed uit te laten zieken.